Hoofdinhoud

Wereldwijde voedselprijzen blijven stijgen, vooral in de armste landen. Dit blijkt uit recent onderzoek van World Vision. Een boodschappenmandje met 10 basisproducten (zoals rijst, eieren en melk), waar je in Nederland 1,5 uur voor moet werken, kost de gemiddelde werknemer in Burundi 36 dagen.  

Negen van de tien landen met de hoogste voedselprijzen in verhouding tot het gemiddelde inkomen, liggen in Sub-Sahara Afrika. In deze landen is de impact van conflict en klimaatverandering op de hongercrisis al hoog. Daar komt óók nog de stijging van de voedselprijzen bij.

De vijf landen met de hoogste voedselprijzen hebben allemaal geen verbetering gezien sinds 2022 – in elk van deze landen is meer dan een volledige werkweek nodig om een mandje met basisboodschappen te kunnen betalen. Hierdoor worden basisproducten een luxe voor mensen die het al heel moeilijk hebben.

“Kip, rijst eieren en melk zouden niet als luxe moeten worden beschouwd, maar iets dat iedereen zich kan veroorloven om een gebalanceerd dieet te hebben. Families worstelen om zichzelf te voeden of een veilige plek te vinden om te leven en in hun onderhoud te voorzien.”

Marco van der Graaf, directeur World Vision Nederland

Wat het nog pijnlijker maakt is dat aanhoudende conflicten in de landen leiden tot lokale prijsstijgingen. In Burkina Faso en Soedan bijvoorbeeld waren de prijzen in conflictgebieden twee keer zo hoog vergeleken met gebieden die minder door geweld waren getroffen.  

Toename honger en ondervoeding

  • Conflicten blijven de grootste oorzaak van honger, met 70% van de mensen met honger wereldwijd in conflictgebieden. 
  • De gevolgen van conflicten reiken verder; het conflict in Oekraïne sinds 2022 verstoort wereldwijd de voedselvoorziening, waardoor 1,7 miljard mensen meer risico lopen op honger door stijgende voedsel- en energieprijzen en toenemende financiële problemen. 
  • Door COVID-19 zijn er naar schatting 13,6 miljoen meer ondervoede kinderen.  

Door deze alarmerende voedselcrises zijn 35 miljoen mensen één stap verwijderd van hongersnood.  

Te weinig geld naar voedselhulp

Helaas is financiering voor levensreddende voedsel- en voedingsprogramma’s nog steeds geen wereldwijde prioriteit. Voeding en voedselzekerheid in humanitaire responses in 2023 zijn respectievelijk slechts voor 32% en 35% gefinancierd. En het zijn de kinderen in de meest kwetsbare contexten en moeilijke situaties die daaronder lijden. Slechts een tiende van de geschatte US$39−50 miljard die jaarlijks nodig is om 3,7 miljoen sterfgevallen van kinderen onder de 5 jaar te voorkomen, is sinds 2015 besteed aan interventies om deze doelen te bereiken.

World Vision lanceerde in september 2023 een wereldwijde campagne om honger en ondervoeding onder kinderen te beëindigen: de GENOEG-campagne. We zullen blijven werken aan het verbeteren van de toegang tot onderwijs, gezondheidszorg en bescherming tegen misbruik. Kinderen voorzien van gezond en voldoende voedsel, bijvoorbeeld door middel van schoolmaaltijden, is van het grootste belang. 

Solidariteit met de meest kwetsbaren is essentieel, de huidige uitdagingen treffen mensen die hier niet om hebben gevraagd. Het is genoeg! De wereld hoeft niet zo te zijn dat je 36 dagen moet werken voor een mandje vol eten.” 

Marco van der Graaf, directeur World Vision Nederland

Over het rapport

Het onderzoek gebruikt gegevens uit 67 landen waar World Vision werkt, inclusief gegevens uit 2021 en 2022 voor 24 landen. Het onderzoekt lokale prijzen van 10 veelvoorkomende voedingsmiddelen (1 kilo bananen, witte rijst, tarwemeel, suiker, maïskolven en tomaten; een rauwe kip; 1 dozijn eieren; en 1 liter bakolie en verse melk.

Om de bedragen in de verschillende landen te kunnen vergelijken, werden de voedselprijzen omgerekend naar US$ aan de hand van de huidige wisselkoersen op de datum waarop de gegevens werden verzameld.

De 10 landen waar de voedingsmiddelen het meest kosten in termen van gewerkte uren zijn Burundi (36 dagen), CAR (25,5 dagen), DRC (bijna 16 dagen), Sudan (14 dagen), Mozambique (bijna 14 dagen), Malawi (bijna 14 dagen), Ethiopië (12 dagen), Burkina Faso (bijna 11 dagen), Niger (9 dagen) en Guatemala (9 dagen).

De vijf landen waar de kosten van de producten het hoogst zijn in US$ zijn Soedan ($159,20), Ethiopië ($92,43), Burundi ($82,93), Sri Lanka ($75,41) en de Filippijnen ($57,69). Zie het rapport voor meer informatie.