Deze week staat in het teken van World Hunger Day. Eén van de grootste crisissen wereldwijd is honger. Na 75 jaar hulp van ontwikkelingsorganisaties is er nog steeds armoede. Toch hebben we veel bereikt. In 1949 was 70% van de wereld extreem arm, nu is dit minder dan 10%. Door conflicten, stijgende voedselprijzen en COVID-19 is het aantal mensen dat wereldwijd honger heeft weer gegroeid. Ontwikkelingssamenwerking is en blijft opnieuw nodig. Om dat te onderstrepen en om te laten zien dat Nederland baat heeft bij investering in het terugdringen van armoede, presenteren hulporganisaties Cordaid, The Hunger Project, Wilde Ganzen, World Vision en Woord en Daad het boekje ‘Voorbij de Borrelpraat’.
‘Voorbij de Borrelpraat’ vertelt feiten en fabels over ontwikkelingssamenwerking. Het boekje beantwoordt vragen die we allemaal hebben, maar waar niemand het antwoord op lijkt te weten. Vragen als: heeft ontwikkelingshulp zin? Blijft er geld aan de strijkstok hangen?
Dit boekje heeft tot doel het gesprek te openen over armoede en ongelijkheid in de wereld. Op basis van onderzoeksrapporten, boeken en wetenschappelijke artikelen laat het zien dat in de afgelopen 25 jaar meer dan een miljard mensen ontsnapten aan extreme armoede. Het verhaal vertelt hoe ontwikkelingssamenwerking daar aan bijgedragen heeft en laat zien waar kritiek en twijfel is.
Investeren in armoede, wat hebben we eraan?
Een veelvoorkomende twijfel van Nederlanders is bijvoorbeeld: “Wat heb ik eraan? Mijn bijdrage lost honger in de wereld niet op’. Dat klopt. Hulp geven doen we niet voor onszelf, maar uit medemenselijkheid. Voor de Nederlandse overheid ligt dat anders; die wil dat het land waar we in investeren, ons ook iets oplevert. Nederlandse bedrijven delen bijvoorbeeld hun kennis over tuinbouw of waterbouw zodat dit ingezet kan worden in ontwikkelingsprogramma’s. Ook wil Nederland zeker zijn van de levering van grondstoffen uit andere landen, bijvoorbeeld lithium, wat onmisbaar is voor zonnepanelen. Ook in de politiek is investering zeker nodig. Door goede belangen met het buitenland in landen als Zuid-Soedan en Mali waar veel spanning is, draagt ontwikkelingssamenwerking bij aan wereldwijde stabiliteit en vrede.
GENOEG is GENOEG
Als hulporganisatie World Vision doen we ons werk niet voor onszelf, maar voor kinderen die geboren worden op ‘s werelds moeilijkste, zwaarste en meest gevaarlijke plaatsen. Op World Hunger Day willen we hier extra aandacht voor vragen, vanwege de komende bezuinigingen .
“Kinderen kiezen er niet voor om geboren te worden op een plek waar geen voedsel voor hen is. Met lokale partners blijven we ons inzetten voor gerechtigheid, hoop en perspectief op een vreugdevol, veranderd leven.”
Marijke Zimba, programmadirecteur World Vision Nederland
Na 75 jaar armoede is hulp nog steeds en opnieuw nodig. Een toverformule om een eind te maken aan armoede bestaat niet, maar ontwikkelingssamenwerking helpt. In de afgelopen jaren wisten landen armoede terug te dringen met langdurige economische groei, beter onderwijs, gezondheidszorg en werkgelegenheid. “We willen oproepen om te blijven investeren, geven en de boodschap van toenemende armoede en honger in de wereld verspreiden. De wereld is van ons allemaal, wat zou het prachtig zijn als jij kan bijdragen aan een gelijke verdeling,” aldus Marijke Zimba.